Het Gat van Huizen: Dames en heren, wij gaan participeren!!!!!

Elke week publiceren we een fragment uit het Gat van Huizen, het boekje van de Vrienden waarin een beeld wordt geschetst van meer dan 20 jaar politiek gekrakeel rondom een stukje braak liggende grond in het Centrum van het Oude Dorp, beter bekend als het Keugat. Voor de liefhebber van een klein deel uit de roerige Huizer geschiedenis: het boekje is te koop voor € 7,95, en te bestellen bij Charlotte Fontein, via:  info@vriendenvanhetoudedorphuizen.nl

September 2015 – Participatiegroep

Uit Wikipedia. Participatie betekent deelname aan publieke besluitvorming. Participatie in deze betekenis kwam eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de 20e eeuw op. Participatie is de historische opvolger van het begrip inspraak. Deze vorm van participatie kan betrekking hebben op allerlei groepen. Datgene waar men inspraak op eiste was de publieke besluitvorming. De overheid, daartoe genoodzaakt door onder andere de gevolgen van de hippie- en provo-beweging, kwam in eerste instantie met het toenmalige toverwoord inspraak. Burgers kregen “inspraak” in ambtelijke procedures, en werden gehoord door de overheid. In de praktijk kwam dat veelal erop neer, dat overheidsdiensten de wettelijk verplichte inspraakronde hielden, waarbij zij de burger aanhoorden, zonder dat zij op enige wijze verplicht waren ook daadwerkelijk consequenties eraan te verbinden. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, wordt het begrip participatie gelanceerd, dat burgers de mogelijkheid gaf structureel actief mee te doen en niet slechts (een) recht hebben om verbale kanttekeningen te (mogen) plaatsen

Het participeren begint met taart

 

Geen inspraak, niet klankborden, nee, volmondig participeren en draagvlak creëren. Daar staat wethouder Marlous Verbeek voor. Het is een manier van omdenken die een eind moet maken aan een traject waar veel Huizers inmiddels schoon genoeg van hebben. Zij vragen zich af of er ooit nog wel iets komt als een nieuw, charmant, sfeervol, karakteristiek en aantrekkelijk winkelcentrum. Het begin is alleszins feestelijk. De taart wordt aangesneden, de start van het participatieproces wordt smakelijk gepresenteerd. Weten de winkeliers van  Hart van Huizen, de bewoners van de Tuinstraat, het HIP  en de Vrienden van het Oude Dorp wel waar ze aan beginnen? Kunnen bijvoorbeeld de Vrienden en de winkeliers met in principe uiteenlopende belangen wel door één deur? Hoe zullen de medeverantwoordelijke ambtenaren reageren op een proces dat ze niet kennen en dat  gekenmerkt wordt door een gedeelde of zelfs gezamenlijke verantwoordelijkheid? Is men in staat om een traject in te gaan waar ruim 20 jaar lang over gesteggeld is zonder enig resultaat? Kan men aan de opdracht van de gemeenteraad voldoen om binnen een jaar te komen tot een plan voor de bebouwing van het aloude Keugat? Het is alles bij elkaar geen kattenpis. Dit blijkt, zeker in de beginfase waarin de participatievorm gestalte moet krijgen. Wie heeft de regie? Volgens welke modellen gaat er gewerkt worden en wie neemt de beslissingen die stap voor stap moeten worden genomen? Het begin  verloopt moeizaam, de gemeente komt in eerste instantie met diverse lijstjes over essentiële randvoorwaarden en matrixen met vertrekpunten. Dat blijkt niet te werken en voor irritatie te zorgen. De participanten zijn het snel over één structuur eens: er is sterk behoefte aan een man of vrouw die vanuit eigen ervaring dit proces kan begeleiden. Iemand die het klappen van de zweep kent, op de hoogte is van gemeentelijke protocollen en procedures en als een spin in het web zit om zowel de participanten als de gemeente in het gareel te houden. Het duurt even, maar in januari gaat een procesmanager aan het werk. Er is nu haast geboden, want in juni 2016 moet het traject afgesloten worden, er moet dan een plan liggen voor het inmiddels tot Keuhart omgedoopte stukje grond. Het is de gemeente die de procesmanager betaalt. Maar het is niet meer de gemeente die het proces bepaalt. Het wordt participeren in de ware betekenis van het woord. Verloopt dan meteen alles zo soepel als het moet? Niet direct. Er worden stevige meningsverschillen uitgevochten en hakken in het zand gezet. Hortend en stotend, schrijft de Gooi en Eemlander. Maar uiteindelijk komt men langzaam maar zeker tot elkaar. En dat is voor alle partijen een overwinning.

Januari 2016 – De rol van de procesmanager

De gemeente en de participanten zijn het eens met de keuze van de procesmanager. Caspar Wortmann doet zijn intrede. Hij heeft een lange ervaring met dit soort trajecten, kent de lokale wetgeving, hij zit als een spin in het web. Hij structureert het overleg, hanteert een strakke agenda, stelt werkgroepen in, reduceert het aantal deelnemers aan de diverse gesprekken, notuleert, adviseert, analyseert, organiseert, stimuleert en regisseert. Dan weer katalyseert hij, dan weer remt hij af. Het is een wijze les die zowel participanten als gemeente krijgen: participeren moet je leren. Is alles dan meteen pais en vree? Nee, maar dat hoeft ook niet. Je mag wel eens met de vuist op tafel slaan, het hartgrondig oneens zijn met de ander, een telefoongesprek afkappen of je bloeddruk tot medisch gezien ongezonde hoogte zien oplopen. De liefde hoeft niet altijd van twee kanten te komen, zolang je uiteindelijk maar open blijft staan voor elkaar en elkaars standpunten. Het enige dat telt: houd het einddoel voor ogen. De timing is ongelooflijk krap, maar alle betrokkenen zijn primair uiterst gemotiveerd om in juni 2016 met oplossingen te komen voor het Keugat. En meer dan dat.

Februari 2016 – Op weg naar morgen

Doel is in zijn totaliteit een aantrekkelijk centrum

De participatiegroep is oneerbiedig gezegd een prettig zootje ongeregeld bij elkaar. Mannen en vrouwen uit verschillende werelden als retail, architectuur, stedenbouw, management, zorg, financiën, communicatie, kunst, vormgeving en gebiedsontwikkeling. Maar die diversiteit blijkt stilaan uitstekend te werken, en leidt vooral tot samenwerken. Meningsverschillen worden uitgesproken, uiteenlopende visies gedeeld en tot elkaar gebracht, iedereen is gefocust op het uiteindelijke doel  en dat is niet meer en niets minder dan een mooi en werkbaar eindresultaat. Alle participanten hebben als vertrekpunt een hoog ambitieniveau geformuleerd. Dat betekent dat er niet alleen wordt gekeken naar de invulling van het voormalige Keugat. Het doel is een totaalplan te creëren waarmee dit deel van Huizen op termijn weer een aantrekkelijk en vooral levendig centrum wordt voor de Huizers zelf, voor de winkeliers, voor de directe bewoners, voor toeristen en wellicht voor de regio. Er wordt overlegd, er zijn brainstormsessies, er wordt geschetst. Onder de strakke leiding van de procesmanager wordt er aan een plan gesleuteld. Het is een fase waarin mogelijkheden, onmogelijkheden en wensen geïnventariseerd worden. Er zijn onderzoeken over het aantal vierkante meters winkeloppervlak, over de noodzaak van een tweede supermarkt, over het nut van een discounter als Action of Primark, over het gewenste winkelniveau, over de variëteit aan branches, over kwalitatieve horeca,  wat de mix moet zijn tussen woningen en winkels en hoe je leegstand voorkomt.

Lateraal denken over de entree van het Oude Dorp….

….en de markt rond de Oude Kerk

Onderling zijn de  participanten het volledig eens over hoe het proces moet lopen. Je moet er breed ingaan, met veel ambitie en uitdagingen. Je moet kansen zien en benutten, er moet een stip op de horizon worden gezet. Lateraal denken en je in eerste instantie niet laten remmen door wat dan ook is een manier om nieuwe wegen in te slaan, om tot oplossingen te komen. En zo borrelen boeiende visies op  over de entree van het dorp, de aanleg van een stadspark rond het Oude Gemeentehuis en de Oude Begraafplaats – door het college benoemd als burgerinitiatief van Jaco van Vliet – dat mooi aansluit op het autovrije respectievelijk autoluwe centrum. Nu al wordt niet alleen over het gat in de Keucheniusstraat nagedacht, maar ook over de kwaliteit en de sfeer van het gehele winkelcentrum,  over de combinatie van woningen, winkels en horeca, over een consumententrekker in de vorm van wellicht een tweede supermarkt en waar die dan moet komen, over de bevoorrading van winkels, over een absoluut noodzakelijk verkeerscirculatieplan, over minimaal het optisch renoveren van de winkelpanden aan de Kerkstraat, nu nog gekenmerkt door de zogeheten “Trespa-look”. Er komen ideeën op tafel voor het Oude Raadhuisplein en het verplaatsen van de markt, over doorsteekjes om winkelgebieden met elkaar te verbinden en naar elkaar toe te trekken. Is dat niet wat te veel hooi op de vork? En wat moet dat allemaal niet kosten, wat moet het opbrengen, wanneer is het klaar?

Er is niet echt veel tijd maar onder druk haal je het beste uit mensen. Het vertrekpunt is en blijft een integrale visie los te laten op het Hoofd Winkel Centrum, en van daaruit plannen en mogelijkheden te ontwikkelen voor wat straks het Keuhart moet worden. De participanten vinden, dat wanneer je deze strategie niet volgt, je alleen maar bezig bent een klein stukje grond te bebouwen dat alle toekomstige mogelijkheden blokkeert, kansrijke ontwikkelingen frustreert of op zijn minst dramatisch in de weg zit. Dan wordt het huidige gat een grote valkuil.

18 juli 2017 — Filed under: Nieuws

Geef een reactie